Quilotoa & Baños
Van Saquisilí gingen we naar Quilotoa, een klein dorpje in de Andes dat bekend staat voor zijn groene kratermeer. Het eerste deel ging per bus, het laatste half uurtje moesten we achteraan in een pick-up meerijden.
Quilotoa ligt op ongeveer 4.800 meter, zodat het dus ’s avonds heel snel koud wordt. Gelukkig hadden we een heel gezellige kamer, mét haardvuur!
’s Avonds maakte de gastvrouw lekker eten, dat we in het gezelschap van de andere gasten én de stoof met veel plezier opaten. De volgende ochtend waren we reeds vroeg uit de veren om de prachtige opgaande zon te bewonderen.
Na een stevig ontbijt daalden we af naar het meer, dat 400 meter lager ligt. Af en toe werden we bijna onder de voet gelopen door een kudde schapen. Het was echt prachtig. We waren allemaal zeer onder de indruk! De tocht terug was net iets zwaarder, maar zonder de hulp van een ezeltje geraakten we goed en wel terug boven.
Voor een grote versie van deze foto: klik hier.
Baños was onze volgende stopplaats. Baños, letterlijk “baden”, is een toeristische trekpleister waar je onder andere kan raften, bungee-springen, mountainbiken, …
Raften stond al een tijdje op ons “to-do” lijstje en zodus gingen we er helemaal voor! Superleuk maar de organisatie was natuurlijk op zijn “Zuid-Amerikaans” : om 8.30 uur stonden we te wachten voor het kantoor, echter niemand te zien. Na een half uurtje daagde de eigenaar dan toch op, waarna de conversatie als volgt ging.
Hij: Wat willen jullie doen vandaag?
Wij: Euhh, wij hebben toch betaald voor rafting??
Hij: Ok! Geen probleem, geef mij 5 minuutjes…
Na 15 minuten kwam hij met onze gids aandraven. Ze wisselden wat woorden uit en we vertrokken naar een ander agentschap. Daar stond een groep van 20 mensen te wachten die wij dus zouden vergezellen. (Spijtig genoeg geen foto’s van het raften…) De rafting zelf was heel leuk met genoeg adrenaline voor een eerste keer.
De volgende dag stond er een moutainbike tocht op het programma, samen met Rebecca en Pedro. De tour leidde langsheen prachtige watervallen met als absoluut hoogtepunt: “El paillon del Diablo”, een super spectaculaire waterval.
De fietstocht vertrok in Baños op ongeveer 2800 m en eindigde in Puyo, zo’n 60 km verder, het begin van de jungle. Onderweg werden de temperaturen steeds tropischer alsook de vegetatie. Na ongeveer 30 km deden we er nog een fikse wandeling van 2-3 uur bovenop. Deze bracht ons langs 8 kleine en grote watervallen. We moeten er wel waarheidsgetrouw bij zeggen dat we de 60 km niet helemaal uitreden. Na de wandeling was het al te laat geworden en waren de benen ook een beetje moe….
Na Baños gingen we terug op weg met pak en zak. Ondertussen hebben we al veel te veel souvenirs gekocht waardoor het reizen heel wat moeilijker wordt. De mensen vragen ons af en toe of we geen ezeltje nodig hebben… en eigenlijk zou die nog goed van pas komen ook! ;) Gelukkig kunnen we onze spullen opslaan in de storage van het South American Explorers clubhuis in Lima.
Ongelooflijk mooie foto’s. Toon je kan later als fotgraaf en reisverslaggever aan de slag dat zou je waarschijnlijk wel zien zitten
Door mama op 22 januari, 2007 om 10:39
Geen foto’s van zowel het raften als het fietsen. En wij moeten dat geloven ;-)
Wel blij dat de hippe potskes terug zijn…
Door Karl Gilis op 22 januari, 2007 om 18:48